Na de teleurstellingen van gister probeer ik vandaag weer vol goede moed de dag te beginnen: we staan op tijd op om vroeg het veld in te kunnen gaan. We gaan naar een gebiedje dat ik nog niet ken, maar er blijkt een vrij grote populatie heideblauwtjes te zitten. Het is vrij warm en benauwd, maar de zon schijnt (nog) niet. We treffen de vlinders dan ook aan in 'slaapstand'. Vaak komen heideblauwtjes 's avonds bijeen, bijvoorbeeld in een pol pijpenstrootje, en vormen daar een slaapgezelschap. We zien er enkele tientallen bij elkaar! De zon schijnt zo nu en dan voelbaar door de wolken heen. Meteen is dat te merken: in het gras duiken allemaal 'blauwe vlekjes' op. De mannetjes openen hun vleugels! Her en der (ze zijn (nog?) niet zo talrijk als de mannetjes) zien we 'bruine vlekjes': de vrouwtjes. Soms tref je enigszins bijzonder ogende vlinders (zie ook de sint-jansvlinder in deze blog): onderstaand heideblauwtje heeft waarschijnlijk problemen gehad tijdens het uit de pop komen of het oppompen van de vleugels. Eén van zijn voorvleugels is niet uitgehard. Hopelijk redt hij het! Heideblauwtjes vliegen in juni, juli en augustus. De vlinders voeden zich vooral met nectar van gewone dophei, struikhei en muizenoor. De mannetjes verschijnen ongeveer een week eerder dan de vrouwtjes. Ze zoeken naar vrouwtjes door middel van patrouillevluchten of vertonen territoriaal gedrag, maar vormen geen vast afgebakend territorium. Andere mannetjes, vlinders en soms zelfs hommels worden achtervolgd en verjaagd. Wanneer het mannetje een vrouwtje vindt, wordt er gebaltst: het mannetje klappert eerst snel met de vleugels en komt vervolgens dichtbij het vrouwtje. Zijn er al mannetjes aanwezig, dan komt het vaak tot schermutselingen waarbij de mannetjes om beurten opvliegen en weer dicht bij het vrouwtje landen, totdat één mannetje gaat paren. Een bevrucht vrouwtje paart niet opnieuw. Ze weert opdringerige mannetjes door het achterlijf af te wenden, met de voorpoten op de kop van het mannetje te trommelen of een wit gedeelte van het achterlijf te laten zien. Vertrekt het mannetje niet, dan verstopt ze zich in de vegetatie. Het vrouwtje zet de eitjes vooral af op struikhei [bron: De Vlinderstichting].
De zon schijnt redelijk en eindelijk is het wat warmer: onderweg naar mijn favoriete vlinderplekje nabij Havelte. Helaas, ook nu weer blijkt dat het maaibeleid te rigoreus is geweest (waar ik al bang voor was): heel weinig vlinders en geen enkele sint-jansvlinder (of rups) te bekennen. Bovendien is er geen enkel geelsprietdikkopje te zien. Heel vreemd, dit was mijn favoriete vlinderplekje, een echte 'hotspot'! Teleurgesteld lopen we de hei op: gelukkig zien we daar wél geelsprietdikkopjes. Gelukkig is dit niet het enige 'vlinderplekje' dat ik ken, dus gaan we (toch wel met lood in de schoenen) naar een andere locatie: een plek die ik vooral ken van veel (zeldzame) bloemen, de zebrarupsen, icarusblauwtjes en nachtvlinders. Gelukkig vliegen er vrij veel vlinders en kunnen we ook enkele foto's maken. Het plezier in het 'vlinderen' komt langzaam weer terug (maar toch hou ik een rotgevoel aan deze dag over). We zien ook enkele prachtige nachtvlinders, waaronder de zeldzame smaragdgroene zomervlinder en parende microvlinders (grasmotjes), iets dat ik nog niet eerder had waargenomen. Rupsen zien we vandaag niet zo veel: slechts één nachtpauwoog en een kluitje hele kleine zebrarupsen.
De ochtend belooft redelijk droog te blijven, dus we gaan er even op uit. Het kriebelt enorm: ik verlang zo naar de zomervlinders! Iedere keer als we in de natuur wandelen, zeker als het zo koud (14 graden) en nat is, ben ik weer teleurgesteld over wat we spotten (of beter gezegd: níet spotten). Maar als ik de foto's later op de pc terugzie, valt het toch wel mee. Het is gewoon veel meer zoeken naar 'een speld in een hooiberg' in plaats van een boel fladderende dagvlinders om je heen hebben... We zijn er niet speciaal naar op zoek, maar toch zien we twee soorten rupsen. Toch leuk dat we nog enkele hageheld-rupsen aantreffen: enorme joekels (van ongeveer 7.5 cm!) die al verpopt hadden 'moeten' zijn. Het aantal juffers dat we zien is voor het eerst in weken stukken minder. Het miezert dan ook geregeld en dus zullen ze wel heel diep weggestopt zitten in de vegetatie (ik zie ze in elk geval niet). Eigenlijk hoop ik de koraaljuffer te spotten, maar helaas.... Toch vinden we genoeg soorten om van te genieten en op de foto te zetten. Weer zien we een karekiet tussen het riet. Deze keer een volwassen exemplaar met een pas gevangen juffer in zijn snavel. Hij kan er nog prima mee zingen! Op een andere plek zien we (of eigenlijk hoor ik hem eerder dan dat ik hem zie) een volwassen grote gele kwikstaart in een boom zitten. Als ik naar beneden kijk, zie ik twee jongen (dit voorjaar geboren) vlak boven het water op een rietstengel zitten. Ze hebben nog niet zulke mooie, lange staarten als hun ouders. Snel maak ik een paar foto's en laat ze dan met rust...
|
NatuurblogAls je goed kijkt, kun je iedere dag iets moois zien
Intens genieten van mooie natuurmomenten. Dat is wat ik doe als ik in de natuur ben én ik probeer die momenten vast te leggen. Je kunt via dit natuurblog meegenieten. Waarom ik geen locaties doorgeef Laatste berichtenArchief
May 2020
Label
All
|