Hoewel de voorspellingen voor vandaag niet zo best zijn, ga ik toch even bij mijn fotomaatje langs. Zo nu en dan schijnt er een mager zonnetje en het blijft droog. Het is druk op de voerplek. De hele winter hebben we hier geen sijs gezien, maar nu komen ze zeer regelmatig langs (voor de pinda's). Ze lijken uitgehongerd. Ook zijn deze kleintjes heel fel naar soortgenoten en andere vogels die te dicht bij 'hun pindanetje' komen. Sijs ♂ Sijs ♀ Een vogel die we eigenlijk nooit zien op de voerplek is de zwarte kraai. Vandaag liet hij zich van zeer dichtbij zien. De meeste mensen zullen zo'n 'simpele zwarte vogel' niet zo interessant vinden, maar toch is het een imposante verschijning als je hem van zo dichtbij kunt bekijken. Zijn zwarte veren glimmen in het zonnetje. Ook groenlingen zien we niet heel erg vaak op de voerplek. Lastig om te fotograferen. Geen idee eigenlijk waarom, maar ze lijken (bij mij althans) altijd onscherp, maar ik denk dat dat aan de kleur van het vogeltje ligt (ja, of aan mij natuurlijk haha). Groenling ♂ Groenling ♀ En ook de boomkruiper laat zich weer zien. Tegenwoordig gaat hij, nadat hij de hele stam van de eik heeft afgezocht, naar een door ons neergelegde boomstronk en speurt daar ook alle hoekjes en gaatjes af. Voor ons een iets mooier plekje om foto's van hem/haar te maken.
0 Comments
Even weer een rondje langs de weilanden. Het is bewolkt maar af en toe schijnt de zon. Met een graad of 10 in de zon is het (eindelijk) weer wat prettiger buiten. Er zijn weer veel vogels te zien. Het begint met deze kuifeenden (♀ links en ♂ rechts), erg schuwe vogels. Ze vliegen meteen weg, wat toch weer een leuk plaatje oplevert. Ook het koppeltje nijlganzen dat bij het water staat, rent snel het weiland in, als ze door krijgen dat ik vaart minder. Je zou er toch bijna wat van gaan denken... Van de schuwe reigers ben ik het inmiddels wel gewend dat ze wegvliegen, zodra ze een langzaam rijdende auto zien. Stil staan is dus eigenlijk geen optie. Toch doe ik dat en dat levert toch weer een paar leuke plaatjes op van de grote zilverreiger. Wulpen zijn er ook weer, zoals gister al vermeld in mijn blog. Ze foerageren met z'n tweeën door de weilanden en akkers en vliegen af en toe naar een ander plekje, terwijl ze hun karakteristieke luide roep laten horen. Terwijl ik naar de reigers en wulpen sta te kijken, zie ik ineens een klein koppie boven het water uitsteken. Meteen weet ik dat het de dodaars is. Maar de dodaars weet blijkbaar ook dat ik hem wil fotograferen, want hij duikt meteen onder en is een poos onvindbaar. Uiteindelijk vind ik hem, zoals altijd tussen het riet. Erg lastig om te vinden (zelfs als je weet waar hij ongeveer moet zijn), maar het is gelukt (mede dankzij zijn zomerkleed: een rode hals en gele vlek onder het oog). Wat een schattig vogeltje! Ineens zie ik een klein vogeltje op een paaltje zitten: een roodborsttapuit? Het is in elk geval geen mannetje. Maar of het een paapje of een roodborsttapuit is, zou ik niet met zekerheid kunnen zeggen. Aangezien het erg vroeg is voor een paapje, hou ik het voorlopig op een roodborsttapuit. In tegenstelling tot het roodborsttapuit mannetje dat ik hier gister zag, blijft dit vrouwtje vrij kalm als ik nader met de auto. Ze vliegt steeds via de grond verder naar een paaltje, stengel of prikkeldraad bij me in de buurt. Ook een graspieper komt 'aangezeild' als een parachute en gaat zich uitgebreid zitten poetsen op een paaltje. Roodborsttapuit ♀ ? Graspieper
Ondanks het grauwe en koude weer besluit ik toch even een rondje langs de weilanden te maken (in de auto). Dat het voorjaar zijn intrede wil doen, merk je aan alles: het prachtige geluid van de wulp, ooievaars die in grote cirkels hoog boven mijn auto zweven, kieviten die buitelen door de lucht, roodborsttapuiten die weer terug zijn van hun winterverblijf en er wordt haasje-over gespeeld (letterlijk). Deze blog gaat in z'n geheel over de hazen, waar ik een tijdje naar heb staan kijken. De paartijd wordt bij hazen rammeltijd genoemd en begint in januari en kent een piek tussen februari en april. De ram of rammelaar (mannetje) komt in de rammeltijd op de moerhaas (vrouwtje) af en ze verzamelen zich in kleine groepjes. De rammen ruiken onder de staart van de moerhaas de geurstoffen uit klieren om te bepalen of ze ontvankelijk is. De moerhaas heeft gedurende de rammeltijd een cyclus van zes weken, waarin ze slechts op één dag enkele uren ontvankelijk is. 's Ochtends verzamelen meerdere rammen zich om een moerhaas. De dominante rammelaar gaat af en toe naar haar toe en besnuffelt haar neus. Dit gedrag, waarbij geurstoffen worden uitgewisseld, bevordert de ovulatie. Hierna richt de rammelaar zich op de achterpoten en slaat met zijn voorpoten in de lucht. Als ze ontvankelijk is, zal zij het gedrag imiteren, zonder de rammelaar aan te raken. Ze zal hem echter nog steeds van zich afslaan als hij haar van achteren benadert. Bij inmenging van een andere ram in het ritueel zal er commotie ontstaan tussen de aanwezige rammen, waarbij er gevechten uitbreken. Na een tijdje zal de moerhaas, die de gehele tijd stil op de grond ligt, plotseling wegrennen, waarna ze zal worden achtervolgd door de rammen. Tijdens de achtervolging zal ze de meeste rammen van zich afschudden, tot er nog één overblijft. Pas wanneer de overgebleven ram (waarschijnlijk die met de beste conditie) zijn vasthoudendheid heeft bewezen zal zij stoppen met rennen. Hierna kan de copulatie volgen, die maximaal 30 seconden duurt. Als de moerhaas echter niet ontvankelijk is, zal ze de ram met schoppen en slagen op een afstand houden. Mannetjes zijn in de rammeltijd zeer agressief. Als meerdere rammen op een moerhaas afkomen zullen zij vechten om het recht om te paren. Hierbij gaat het er soms fel aan toe. Staand op hun achterpoten delen ze flinke klappen en schoppen uit, hierbij zowel gebruikmakend van voor- als achterpoten. Met de nagels trekken ze plukken haar uit de vacht van de tegenstander. Ze houden vaak beschadigde oren en staarten en bijt- en krabwonden over aan de gevechten. Ook vinden er tijdens de gevechten achtervolgingen plaats, wordt er gegromd en maken ze hoge luchtsprongen. Deze gevechten kunnen een dodelijke afloop hebben: als een ram erin slaagt over zijn concurrent heen te springen en hem daarbij met beide achterpoten tegelijk ter hoogte van de nek te raken, kan dit de concurrent doden [bron: Wikipedia]. Vermoedelijk heb ik vanmiddag kunnen genieten van de verwoede pogingen van een rammelaar die wilde paren met een niet-ontvankelijke moerhaas (de donkere, op de onderste foto links). Ze rende weg als hij toenadering zocht (snuffelen bij de staart) en zo nu en dan deelde ze een trap uit. Er was nog een derde haas, vermoedelijk ook een rammelaar, die zo nu en dan dichterbij kwam, maar steeds weggejaagd werd door de rammelaar die wilde paren. Toen ik weg ging was het weer rustig, maar geen idee voor hoe lang...
|
NatuurblogAls je goed kijkt, kun je iedere dag iets moois zien
Intens genieten van mooie natuurmomenten. Dat is wat ik doe als ik in de natuur ben én ik probeer die momenten vast te leggen. Je kunt via dit natuurblog meegenieten. Waarom ik geen locaties doorgeef Laatste berichtenArchief
May 2020
Label
All
|