De dag begint met een strakblauwe lucht. Heerlijk! Helaas waait het wel flink, maar het is zelfs 's morgens om 10 uur al lekker (11 graden, maar het voelt een stuk warmer). Op zoek dus naar de aardbeivlinder en het groentje. Dat het niet verstandig was dat ik alleen mijn macrolens mee heb genomen, blijkt al meteen: er zwemt een prachtige geoorde fuut in het water! Wat een pech. Helemaal als ik een stukje verder een koppeltje ontdek. Zo jammer dat ik mijn telelens niet óók mee heb genomen (neem meestal beide camera's mee, maar vandaag natuurlijk net niet). Het prachtige, zeldzame aardbeivlindertje maakt wel veel goed. Al snel ontdek ik ook een aantal groentjes. Ze zitten lekker op bladeren te zonnen. Hoewel ze erg goed gecamoufleerd zijn (vooral als ze op een groen blad zitten), zie je er steeds meer zodra je er eentje hebt gespot. Het stikt er werkelijk van! En de bruine vuurvlinder is ook weer van de partij. Jammer genoeg zitten ze veel in het gras en met de harde wind is het lastig om mooie foto's te maken. Deze keer zijn zowel het vrouwtje als het mannetje open te bewonderen. Wat er ook veel vliegt zijn muggen (en dan is die wind wel heel plezierig eigenlijk), maar daarmee ook honderden zo niet duizenden libellen en juffers. Heel erg blij ben ik met de (voor mij eerste) waarneming van de maanwaterjuffer. Het mannetje is mede te herkennen aan de halvemaanvormige figuur op segment 2 en twee losse zijstreepjes (die soms ontbreken).
0 Comments
Vandaag was een sombere, frisse en winderige dag. Daarom plaats ik enkele foto's van andere beestjes die ik gisteren spotte. Allereerst de bloedcicade met zijn prachtige zwart-rode dekschilden. Deze behoort net als het schuimbeestje tot de schuimcicaden of spuugbeestjes. Ze maken als larve een schuimnest en leven van plantensappen. Volwassen exemplaren blijven klein (max. 1 cm lang). Hoewel ik de naam helaas niet kan achterhalen, is het diertje op onderstaande foto waarschijnlijk ook een cicade. Schildpadtorren zijn grappige beestjes om te zien. Of eigenlijk zijn ze helemaal niet te zien, doordat het schild volledig over het lichaam ligt. Ze zijn dan ook, mede door hun kleur, zeer goed gecamoufleerd. Deze wants zat lekker te zonnen. Helaas weet ik niet om welke wants het gaat... Het algemeen voorkomende 7stippelig lieveheersbeestje kent natuurlijk iedereen. Toch zijn er veel meer soorten (zie wikipedia). Het citroenlieveheersbeestje, of 22stippelig lieveheersbeestje, wordt ongeveer 4 mm lang en leeft van meeldauw (een plantenschimmel). Het vrouwtje is helemaal geel, het mannetje heeft een bleker halsschild. Het roomvleklieveheersbeestje wordt met ongeveer 6 mm iets groter. Het voedsel bestaat uit bladluizen en soms bladvlooien.
Hoewel het fris is en er wolken zijn, schijnt wel geregeld de zon. Natuurlijk moet ik 'eruit'. Doel is om de meikevers op de foto te zetten. Vorig jaar zaten er tientallen, misschien wel honderden op deze plek, maar vandaag tref ik er geen enkele. Vreemd. Ik wandel verder en ga een weiland in. Er staan namelijk pinksterbloemen én er vliegt een oranjetipje (mannetje) rond. Hoe leuk zou het zijn om een eitje te vinden van deze vlinders. Rustig zoek ik enkele pinksterbloemen af. Ik zie pinksterbloemlangsprietmotten (voor mij een nieuwe soort) en dan zie ik ineens een fel oranje staafje. Even inzoomen... ja, het is er één, wat gaaf! De pinksterbloemlangsprietmot is een vrij algemene soort in ons land en vliegt in april en mei. Zoals de naam al aangeeft, is de pinksterbloem de waardplant voor de rups (ook look-zonder-look). Het waait flink, dus veel (macro)foto's zijn mislukt. Gelukkig hou ik genoeg over om een blog te vullen. Het stikt van de bloedcicades. Terwijl ik er een paar op de foto probeer te zetten, valt mijn oog op iets oranje: een kleine vuurvlinder landt op een boterbloem. Snel probeer ik een foto te maken: het is mijn eerste exemplaar van dit seizoen. Gelukkig zijn de vlinders (en andere insecten) vrij rustig (vanwege de kou denk ik), dus ik krijg nog wat meer tijd om foto's te maken. Dan vliegt er een vlinder op uit de vegetatie. Inmiddels herken ik het formaat en het vliegpatroon en als het diertje stilzit op een grasspriet, zie ik dat het inderdaad een klaverspanner is. Terwijl ik de klaverspanner op de foto zet, vliegt er nog een andere nachtvlinder langs. Het is druk! Deze bruine vierbandspanner is lastiger te fotograferen, maar uiteindelijk lukt het toch redelijk. Dan zie ik ineens een klein blauw vlindertje opvliegen (doordat ik langsloop). Het is een boomblauwtje (vrouwtje)! Ze is aan het foerageren op look-zonder-look. Eigenlijk maar zelden zie je ze met open vleugels. Kennelijk heeft ze behoefte aan wat warmte van de zon, dus ik heb geluk. Een bont zandoogje is ook aan het zonnen, maar dat doen ze eigenlijk altijd (als ik ze zie). Er vliegen eigenlijk best veel vlinders! Ook een aantal citroenvlinders en witjes vliegen voorbij en een paar oranjetipjes gaan rustig foerageren, zodat ik wat foto's kan nemen. Op de eerste foto staat een mannetje, op de tweede een vrouwtje. Dan zie ik een iets groter witje vliegen: het groot koolwitje. Gelukkig gaat ze ergens zitten en kan ik een foto maken. Onderweg naar de auto kom ik nog twee prachtige micro's tegen: de eerste is een purperrode haakbladroller (ook een nieuwe soort voor mij) en de tweede een gewone witvlekmot(?). Al met al een geslaagde 'vlinderochtend'. Naast al deze vlinders heb ik nog meer (insecten) gezien. Wellicht komen die in een andere blog aan bod.
|
NatuurblogAls je goed kijkt, kun je iedere dag iets moois zien
Intens genieten van mooie natuurmomenten. Dat is wat ik doe als ik in de natuur ben én ik probeer die momenten vast te leggen. Je kunt via dit natuurblog meegenieten. Waarom ik geen locaties doorgeef Laatste berichtenArchief
May 2020
Label
All
|