Eindelijk belooft het een warme dag te worden met temperaturen van zo'n 20 graden! Wat hebben we daar lang op moeten wachten. Natuurlijk hebben we weer een spelbreker: de wind. Maar daar laat ik me vandaag écht niet door weerhouden. Op naar de vlinders en libellen! Helaas is er nóg een kink in de kabel: lekke autoband. Gelukkig lost onze garage dat in een half uur op en gaan we op pad. Wenssoorten van vandaag: de aardbeivlinder en het groentje. De wind zorgt helaas echt voor de nodige problemen: foto's maken is bijzonder lastig en de meeste vlinders en libellen zitten laag bij de grond op onooglijke plekjes (voor de foto dan). Maar als ik beide wenssoorten zie, maakt dat allemaal niks meer uit... wat een prachtige diertjes!!! Door de wind zijn veel vlinders niet te fotograferen. We zien boomblauwtjes, bonte zandoogjes, de eerste bruine vuurvlinder (een mannetje), dagpauwogen en onderstaande soorten. Heel bijzonder was het om een citroenvlinder vrouwtje een eitje af te zien zetten op vuilboom... En ook de libellen vliegen weer volop! Met de nadruk op vliegen, want wat was het een karwei om ze te fotograferen. Ieder voorjaar valt me weer op dat ze in het begin ontzettend schuchter lijken: zodra je ook maar een beweging in hun richting doet, vliegen ze weg. Later in het seizoen lijkt dat gelukkig te verbeteren. Maar het is me tóch gelukt om enkele op de foto te zetten. Behalve de smaragdlibel zijn het soorten die ik dit seizoen weer voor het eerst heb gezien...
5 Comments
Het is bewolkt en slechts 8 graden, maar toch gaan we even op pad. Eigenlijk hoop ik vandaag de eerste beekrombout en/of weidebeekjuffer te gaan zien. En dat lukt!! De beekrombouten lijken ineens 'allemaal' uit te sluipen. We zien er zeker 5, de vleugeltjes zijn nog heel fragiel. En wonder boven wonder zien we ook 1 weidebeekjuffer. O o o, wat zijn ze mooi he? Dagvlinders zien we niet vliegen, het is te koud én de zon schijnt niet, maar we zien wel een oranjetipje en een klein geaderd witje rusten op een bloem. En verder zien we behoorlijk wat microvlinders. Het is even speuren, ze zijn zo klein, maar dan heb je ook wat... En natuurlijk zijn er (nog steeds) de rupsen. Ze zijn er echt massaal! Ik heb eigenlijk nog nooit zó bewust naar rupsen gespeurd, maar als je dat doet, zie je er zó ontzettend veel! Kijk maar eens op (en onder) berkenbladeren, lijsterbes, bramenstruiken, brandnetels etc.
Het is hooguit 8 graden, maar als de zon schijnt voelt het best lekker aan. Ik wil heel graag kijken of er vuurjuffers uitsluipen. Het is me nog nooit gelukt om het uitsluipen van zo'n klein juffertje te fotograferen (wel van een libel): altijd waren we nét te laat. We komen aan bij het ons bekende uitsluippoeltje en zien inderdaad dat er volop uitgeslopen wordt. Of beter gezegd: uitgeslopen is! Wéér te laat dus ..... Maar zo makkelijk laat ik me niet uit het veld slaan en speur rustig alle stengels in en langs het water af. Even denk ik dat het vergeefse moeite is, maar dan ineens zie ik haar: een net uit het huidje gebarsten juffie! Helaas blijkt na een poosje dat het huidje niet goed 'vastzit' (met de pootjes om de stengel) en valt het huidje (met juffie er nog in, die er vervolgens uitglijdt) naar beneden. Omdat ik het stengeltje uit het water had gehaald, valt ze niet in het water, maar op de grond. Voorzichtig pak ik haar op en zet haar op een nieuw takje. Het kost even wat moeite, maar dan heeft ze door hoe ze haar pootjes om het takje moet doen, zodat ze niet naar beneden glijdt. Het 'pakmoment', dat ze haar achterlijfje uit het huidje trekt en de stengel vastgrijpt, heb ik dus helaas (nog steeds) niet kunnen fotograferen... Omdat de zon steeds meer achter de wolken verdwijnt, besluiten we ons te focussen op de rupsen. Het valt me op dat er eigenlijk best veel rupsen zijn, zelfs heel zichtbaar. Zou het komen doordat het een goed rupsenjaar is? Of zou je meer zien als je er extra op let (en weet waar je moet zoeken)? Overigens is het op naam brengen van rupsen een vak apart (wat ik helaas nog niet beheers). Omdat rupsen enkele keren vervellen, kunnen ze er na elke vervelling anders uitzien: een jonge rups hoeft totaal niet te lijken op een volgroeide rups. We zien ook een aantal bladwesplarven. In eerste instantie zul je denken dat het om een rups (van een vlinder dus) gaat, maar een bladwesplarve heeft teveel pootjes. Een rups heeft maximaal 4 paar buikpoten, een bladwesplarve heeft er veel meer (op de foto zie je er 5). Toch zien we tijdens de zonnige momenten ook nog vlinders: boomblauwtjes, enkele witjes (vermoedelijk klein geaderd witje), een citroenvlinder, een bont zandoogje en enkele microvlinders.
|
NatuurblogAls je goed kijkt, kun je iedere dag iets moois zien
Intens genieten van mooie natuurmomenten. Dat is wat ik doe als ik in de natuur ben én ik probeer die momenten vast te leggen. Je kunt via dit natuurblog meegenieten. Waarom ik geen locaties doorgeef Laatste berichtenArchief
May 2020
Label
All
|