Na een vrij zonnige dag en een redelijke temperatuur van zo'n 15 graden besloot ik gisteravond nog even een rondje te gaan rijden om vogels en de zonsondergang te kieken, maar zoals wel vaker liep het toch een beetje anders. Buizerds vliegen weg zodra ik nader. Als er ineens een reiger opvliegt uit een slootje op slechts enkele meters afstand van de auto baal ik (ik zit aan de verkeerde kant en reageer te laat). Ik baal helemaal als ik zie dat het een prachtige purperreiger is. Ganzen blijven wel zitten (en fotografeer ik ook) maar als ik her en der reeën te zien krijg, word ik weer helemaal vrolijk. Eén van de reegeiten die ik spot heeft namelijk een tweeling bij haar. Het is vlakbij de plek waar ik in mei ook kalfjes heb mogen waarnemen (zie foto). Tweelingen komen redelijk vaak voor bij reeën, maar zelf had ik dat nog nooit gezien. Ik weet het ook niet 100% zeker of dit echt een moeder met haar tweeling is, maar het gedrag wees er wel op. Ze zouden nu zo'n 4 maanden oud moeten zijn. Hoewel de foto's niet geweldig zijn (de lichtomstandigheden waren niet ideaal en ze stonden behoorlijk ver weg), wilde ik ze toch graag plaatsen. Daarna ben ik naar een plekje aan het water gereden om van de zonsondergang te genieten. Het begon echter keihard te regenen (gelukkig was het maar een klein buitje) en er waren erg veel wolken (voor de zon). Toch vind ik onderstaande plaatjes nog enigszins de moeite waard.
0 Comments
Helaas zullen er over een tijdje nog maar weinig actieve vlinders en libellen te zien zijn. De blaadjes vallen weer van de bomen en het gaat kouder worden. Voor mij is het dan weer tijd om volop vogels te gaan kieken. Niet dat ik mezelf zie als een vogelaar (mijn vogelkennis is beperkt en ik heb bijvoorbeeld nooit een verrekijker mee), maar ik kan wel enorm genieten van het observeren en fotograferen van allerlei soorten vogels. Wat een plezier heb ik afgelopen winter toch beleefd aan 'mijn' prachtige blauwe kiek. Ik hoop van harte dat ik hem weer op zijn vaste plekje mag begroeten! Om alvast een beetje warm te draaien voor het vogels kieken, heb ik een mini-rondje in de auto gemaakt. Oké, het zijn geen wereld-platen geworden, maar ik heb toch alweer helemaal de smaak te pakken gekregen. Wat is dit toch leuk om te doen!
De parnassia (Parnassia palustris) wordt bewonderd om haar schoonheid en is genoemd naar de Griekse berg Parnassus, die gewijd was aan de god Apollo. Zelf heb ik deze plant 3 jaar geleden voor het eerst gezien in het Nationaal Park Lauwersmeer. Daar staan ze met duizenden tegelijk te bloeien. Het is echter een zeldzame plant in Nederland, die wettelijk beschermd wordt. Toen ik deze plant dan ook vlakbij huis ontdekte (helaas geen duizenden), vond ik dat best bijzonder. Aangezien er voor vanochtend zon is voorspeld, besluit ik deze schitterende bloem weer eens op te zoeken. Vroeger kwam de parnassia algemeen voor op de veengronden, zandgronden en in Zuid-Limburg. Door ontwatering en een hogere bemestingsgraad is de plant er zeldzaam geworden. Nu groeit ze het meest op vochtige plaatsen met weinig voedingsstoffen in de bodem, zoals duinvalleien, schrale graslanden (zie onderstaande foto) en op drooggevallen zandplaten in afgesloten zeearmen. De parnassia heeft bijzondere, geaderde bloemen en bloeit van juni tot in september. De plant moet door insecten worden bestoven met stuifmeel van een andere parnassiaplant (kruisbestuiving). Om insecten aan te trekken heeft de bloem daarom decoratieve, maar onvruchtbare kransen van meeldraden met elk een glinsterende gele knop aan de top. In het begin zijn de vijf wel vruchtbare witte meeldraden (♂ geslachtsorgaan) gebogen boven de stempel / stamper (♀ geslachtsorgaan). Zodra de bloem open gaat landen insecten op de gebogen meeldraden op zoek naar de nectar aan de voet van de onvruchtbare meeldraden. De bovenste, echte meeldraad laat het stuifmeel los op het insect, buigt open en valt af. De dag erna doet de volgende meeldraad hetzelfde. Elke dag laat zo de volgende meeldraad het stuifmeel los. Zo kun je aan de bloem zien hoeveel dagen ze al bloeit. In de bloem staan vijf decoratieve, onvruchtbare meeldraden die eindigen in een reeks goudkleurige knopjes die nectar afgeven. Ze moeten volgens mij onweerstaanbaar zijn voor insecten, wat mooi! Zodra de vijf echte meeldraden zijn afgebroken komt de stempel / stamper bloot te liggen. Nu kan de bloem zichzelf niet meer bevruchten. Het volgende insect dat op de bloem landt, de goudkleurige knopjes blijven insecten aantrekken, bevrucht de bloem. Deze foto's zijn allemaal gemaakt zonder statief (en ik ben wisselend tevreden met de resultaten). Wat macrofotografie betreft werk ik meestal zonder. Dit heeft denk ik vooral te maken met mijn statief: het is prima voor vogel- en zoogdierfotografie, maar ongeschikt voor macrofotografie (en bovendien te veel gedoe om het statief laag bij de grond op te stellen). Vlinders en libellen fotografeer ik ook zonder statief en dat gaat me redelijk goed af. Bloemen en paddenstoelen bijvoorbeeld lenen zich bij uitstek voor een statief. Een rijstzak vind ik daarvoor minder geschikt. Maar welk statief kies je?
|
NatuurblogAls je goed kijkt, kun je iedere dag iets moois zien
Intens genieten van mooie natuurmomenten. Dat is wat ik doe als ik in de natuur ben én ik probeer die momenten vast te leggen. Je kunt via dit natuurblog meegenieten. Waarom ik geen locaties doorgeef Laatste berichtenArchief
May 2020
Label
All
|