De kuifmees is door de zwart-witte kop met de opvallende kuif eenvoudig te herkennen maar laat zich zelden zien. Hij bevindt zich vaak in de boomtoppen en laat zijn aanwezigheid meestal alleen blijken door de typerende, snorrende roep. Kuifmezen leven bijna alleen in naaldbossen, bij voorkeur met veel grove dennen. Terwijl het voedsel in de zomer voor een groot deel bestaat uit insecten en andere kleine diertjes, worden in de winter voornamelijk zaden gegeten. In de winter zwerft de kuifmees en sluit zich dan soms aan bij groepen met andere soorten mezen.
Het belooft een redelijk mooie dag te worden en 's morgens vroeg lijkt het inderdaad goed weer: 7 graden en onbewolkt. Een dagje vogels kijken in de bossen op de veluwe! Helaas wordt het steeds meer bewolkt naar het zuiden toe. We installeren ons in de kijkhut, leggen voer neer en... we hoeven niet eens te wachten... meteen laten verschillende vogels zich zien. Naast de koolmees, pimpelmees, boomklever, vink, merel, roodborst, glanskop, winterkoninkje en grote bonte specht, zie ik vandaag voor het eerst kuifmezen en zwarte mezen. Wat een mooie en fotogenieke beestjes. Helaas denken zij er anders over: het valt niet mee om ze te fotograferen, ze zijn heel erg beweeglijk! Ons geduld is zwaar op de proef gesteld, maar het is uiteindelijk toch gelukt. De kuifmees is door de zwart-witte kop met de opvallende kuif eenvoudig te herkennen maar laat zich zelden zien. Hij bevindt zich vaak in de boomtoppen en laat zijn aanwezigheid meestal alleen blijken door de typerende, snorrende roep. Kuifmezen leven bijna alleen in naaldbossen, bij voorkeur met veel grove dennen. Terwijl het voedsel in de zomer voor een groot deel bestaat uit insecten en andere kleine diertjes, worden in de winter voornamelijk zaden gegeten. In de winter zwerft de kuifmees en sluit zich dan soms aan bij groepen met andere soorten mezen. De zwarte mees lijkt veel op de wat grotere koolmees. De kop is groter en er is een witte vlek op het achterhoofd. Hij heeft geen zwarte borststreep en de onderzijde is grijs in plaats van geel. De zwarte mees zet soms zijn kopveren op, zodat een kleine kuif ontstaat. Hij leeft vrijwel alleen in naaldbossen, waar de vogel zich 's zomers voedt met insecten en 's winters met zaden. Zwarte mezen blijven meestal het hele jaar in hetzelfde gebied, maar in sommige winters komen grote aantallen zwarte mezen uit het noorden van Europa naar Nederland. Hij is in de winter vaak in kleine groepen te zien, vaak samen met andere mezen.
1 Comment
Even met een fotomaatje een rondje over het Echtenerzand gelopen. Even uitwaaien, letterlijk en figuurlijk. Hoewel er nog maar weinig paddenstoelen zijn, zien we toch een aantal fraaie soorten, zoals de okerkleurige vezeltruffel, pijpknotszwam, heideknotszwam en draadknotszwam. De okerkleurige vezeltruffel behoort tot de buikzwammen (net als stuifzwammen, bovisten en aardsterren) en bevindt zich gedeeltelijk onder de grond. Hierdoor vallen ze niet echt op. Ze zijn echter vrij algemeen en komen voor in dennenbossen op droge, zure zandgrond. De pijpknotszwam (foto links) groeit op dode stammen en takken van loofbomen (els, berk) en kan wel 20 cm hoog worden. Onze exemplaren zijn nog kleintjes van 'maar' 10 cm. De heideknotszwam (foto midden) hadden we hier al eerder gespot en zien we bij een vennetje in enorme aantallen staan. Hij staat op de Rode Lijst als kwetsbaar. De draadknotszwam (foto rechts) komt voor op bladeren van diverse loofbomen. Wij vinden een hele groep onder een eikenboom. Het verschil met het sterk erop lijkende linzeknotsje (zie deze blog) is voor een leek (zoals ik) niet te zien, maar is de aan- of afwezigheid van sclerotia (een compact mycelium in de vorm van een knol(letje), waaruit zich onder gunstige omstandigheden vruchtlichamen kunnen ontwikkelen). Wonder boven wonder zien we ook een klein (onbekend) vlindertje opvliegen terwijl wij een foto maken van de pijpknotszwam. Daar word ik dan weer vrolijk van! En tussen de kraaiheide staan prachtige Drentse heideschapen, een vrij klein schaap dat nog dicht bij de natuur staat. Het is het oudste schapenras van West-Europa (vanaf 4000 v.Chr.) en werd destijds vooral gehouden om zijn mest die onmisbaar was in de akkerbouw.
Geïnspireerd door een foto die ik gister zag, ben ik vanmorgen vroeg naar Duitsland gereden. Het weer zat gelukkig mee: 7 graden en zonnig (later bewolkt). Reden: de kraanvogeltrek, een bijzondere gebeurtenis die twee keer per jaar plaatsvindt (in okt/nov en in feb/mrt). Binnen een korte periode trekken in het najaar gigantische aantallen kraanvogels vanuit het noordoosten van Europa naar het Lac du Der in Frankrijk en verder naar het zuiden van Europa. Een vast tussenstation is het gebied rond Diepholz. Hier liggen vele akkers met restanten van de oogst (maïs!). Hier kunnen de vogels uitrusten en foerageren. De grootste aantallen kraanvogels zijn er in de laatste week van oktober en eerste week van november. Ik waag het er dus op, hoewel ik niet weet waar ik precies moet zijn. Dan ineens zie ik er een aantal vliegen en kort daarop zie ik de grote grijze vogels op de akkers en weilanden staan. Indrukwekkend! Helaas zijn ze erg schuw en hebben mij al op grote afstand in de gaten. Een foto maken lukt in eerste instantie alleen in de (v)lucht. Na heel veel geduld lukt het ook om ze op de grond te fotograferen, maar heel dichtbij komen lukt niet. Deze bijzondere vogels zijn zeer zeldzaam in Nederland. Ze broeden in het Fochterloërveen en het Dwingelderveld, waar ik ze al eens heb gezien (zie deze blog). Hier in Duitsland staan tussen de volwassen vogels, die hun leven lang bij elkaar blijven, ook vele juvenielen, herkenbaar aan het ontbreken van het wit op de kop. Wat bijna nog indrukwekkender is dan de vogel zelf (de langste vogel van Europa met een spanwijdte van ruim 2 meter!), is het geluid dat ze produceren. Het is een soort getrompetter ('kroe kroe') dat wel een kilometer ver draagt. Zo mooi! Het is behoorlijk overweldigend wanneer er tientallen vogels op een bijzonder elegante wijze opvliegen en onder luid getrompetter richting de horizon vliegen. Misschien om te gaan slapen in het Diepholzer Moor, in het natte hoogveen, óf gaan ze al onderweg naar het Lac du Der om van daaruit hun reis naar het zuiden te maken? Ik hoop in ieder geval dat ze in het voorjaar ook weer zullen terugkeren naar Nederland!
|
NatuurblogAls je goed kijkt, kun je iedere dag iets moois zien
Intens genieten van mooie natuurmomenten. Dat is wat ik doe als ik in de natuur ben én ik probeer die momenten vast te leggen. Je kunt via dit natuurblog meegenieten. Waarom ik geen locaties doorgeef Laatste berichtenArchief
May 2020
Label
All
|