Hoewel het alwéér erg hard waait (beter: stormt), is het wel lekker warm. Dat betekent dus vrij veel vlinders in de tuin, zoals atalanta, dagpauwoog, gehakkelde aurelia, kleine vos, boomblauwtje, groot koolwitje, klein koolwitje en citroenvlinder. Eigenlijk maak ik nog maar zelden foto's van vlinders in de tuin, behalve..... als het om de wat bijzondere soorten gaat. De eerste bijzondere vlinder is de kolibrievlinder: duidelijk te herkennen aan de manier van vliegen en de extreem lange tong. Dan zien we een eikenpage, een vlinder die we maar zelden in onze tuin zien. En dan denk ik dat de kolibrievlinder nógmaals langskomt. Maar deze is toch anders..... bruingeler en dichter op de bloem (dus kortere tong): het blijkt een glasvleugelpijlstaart! Wat een heerlijke genieten-in-de-tuin-zondag, ondanks het stormachtige weer.... De foto's zijn door de harde wind niet supermooi en -scherp geworden, maar de beleving was er niet minder om hoor!

Nadat ik het bladkokertje van de rups van de atalanta had gevonden en de rups zich een dag later héél even liet zien (zie deze blog), heb ik hem niet meer gezien: ze zitten eigenlijk continu in hun bladkokertje. Als het blad waar ze in zitten bijna op is, spinnen ze een blad dat in de buurt hangt er tegen aan, zodat hun kokertje weer 'dicht' is. Ontzettend fraai ook om te zien hoe ze druk spinnend langzaam de bladranden naar elkaar toe laten bewegen. De rups is inmiddels van een donkere kleurvorm vervelt naar een lichte kleurvorm en is nu hooguit 3 cm lang; het zal denk ik niet lang meer duren voor hij een plekje zal zoeken om te verpoppen...

Een kleine 3 weken geleden had een atalanta een eitje afgezet op onze grote brandnetels. Vandaag ontdek ik eindelijk het kenmerkende bladkokertje dat de rups maakt: hij vouwt een blad samen en gaat er zelf in zitten en eet langzaam het blad op.

23 juli:
een dag later laat eindelijk de rups zich zien! Het is de allereerste keer dat ik de rups van de atalanta zie en ik vind m prachtig! Hij is, vind ik, al best groot, ca 1,5 cm. Uiteindelijk worden ze ongeveer 3,5 cm. Er bestaan 2 vormen: de donkere vorm (onze rups) is grijsachtig zwart met zwarte doorns, die aan de basis roodachtig bruin geringd zijn en op de flanken een streep van gele vlekjes; de lichte vorm is grijsachtig groen of okerachtig geel, min of meer uitgebreid zwart getekend en met lichtgekleurde doorns; kop zwart.