Op de site van De Vlinderstichting staat over de eikenpage:
De vlinders houden zich doorgaans op aan het einde van (eiken)takken die in de volle zon groeien, vaak hoog in de boom. Hier leven ze van honingdauw. Slechts af en toe worden nectarplanten bezocht - bijvoorbeeld als de honingdauw van de bladeren is gespoeld na een zomerse regenbui - zoals boerenwormkruid, braam of distels. Sporkehout (vuilboom) is de meest geliefde nectarplant. Hier kunnen soms tientallen eikenpages bij elkaar worden gezien. Ook kunnen tijdens droge en warme perioden de vlinders ´s ochtends naar beneden komen om water op te zuigen uit vochtige aarde. Vooral tegen de avond - ongeveer een uur voor zonsondergang - schuilen de mannetjes samen in de top van een hogere eik. Vrouwtjes gaan naar zulke plaatsen om een partner te vinden. Mannetjes vliegen achter ieder vrouwtje aan en houden luchtgevechten met rivalen. Tientallen vlinders kunnen dan ineens opvliegen, snel duikelend of om elkaar en de boomtop heen draaiend. Op zonnige en warme zomeravonden kan dit spel tot laat in de avond doorgaan. Soms paren de vlinders ´s nachts.