Hoe herken je de vier 'witjes'?
Veel mensen hebben moeite om het verschil te zien tussen de algemene 'witjes' (groot koolwitje, klein koolwitje en klein geaderd witje). Nu met een vierde (nog zeldzame) soort erbij wordt het er niet makkelijker op. Toch zijn er een aantal kenmerken waardoor het verschil redelijk goed te bepalen moet zijn.
1. Klein geaderd witje
Het klein geaderd witje heeft een 'druppelende' zwarte tekening, het zwart is niet recht maar eindigt in allemaal druppeltjes.
2. Groot koolwitje
Het groot koolwitje heeft een uitgebreide en grote zwarte vleugelpunt, veel groter dan bij de andere witjes. Vaak zie je het dikke zwart al als de vlinder vliegt.
3. Klein koolwitje
Het klein koolwitje heeft een kleine zwarte vleugelpunt. Deze zwarte vlek is recht afgesneden, alsof er een liniaal langs is gelegd.
4. Scheefbloemwitje
Het scheefbloemwitje zit precies tussen het groot en klein koolwitje in. De vlek op de vleugelpunt is groter dan die van het klein koolwitje, maar minder nadrukkelijk aanwezig dan bij het groot koolwitje.
Soms is het erg lastig om onderscheid te maken tussen klein koolwitje en scheefbloemwitje op basis van het zwart in de vleugelpunt. Gelukkig zijn er meer kenmerken die kunnen bijdragen aan een juiste determinatie:
- Het scheefbloemwitje heeft een forsere middenstip die rechthoekig is en vaak zelfs enigszins hol is (middenstip klein koolwitje is kleiner en rond).
- De vleugelpunt van het scheefbloemwitje is min of meer afgerond, van het klein koolwitje is deze spitser.
- Als je een denkbeeldig lijntje trekt tussen de bovenkant van de middenstip naar de onderkant van de zwarte vleugelpunt, loopt dat lijntje bij groot koolwitje duidelijk naar beneden toe en kruist cellen; bij klein koolwitje loopt die lijn naar boven (en gaat dwars door een cel heen); en bij scheefbloemwitje loopt die lijn min of meer horizontaal en volgt min of meer de ader langs de cellen.
Maak een goede foto van de bovenkant van de vleugels (onderscheid groot/klein/scheefbloemwitje) én een goede foto van de zijkant van de vlinder (zodat je tevens kunt zien of de aders aan de buitenkant van de vleugels bestoven zijn: klein geaderd witje).