Een heerlijke dag. Aan het eind van de ochtend is het nog maar 8 graden, maar in de zon is het heerlijk (er staat gelukkig weinig wind). We besluiten om even te gaan kijken of we wellicht de eerste juffers (of libellen) kunnen spotten. We rijden hiervoor naar een vennetje en gaan naar het warmste plekje (op het zuiden en windluw). Hoe goed we daar ook zoeken, we zien geen enkele juffer/libel hangen of rondvliegen. Gelukkig zie ik wel een boomblauwtje. Meestal zie je een boomblauwtje met de vleugels gesloten. Het is dan niet meteen duidelijk of het een mannetje of een vrouwtje is. Omdat het nog niet heel warm is en de boomblauwtjes kennelijk nog aan het opwarmen zijn, zien we ze vandaag met de vleugels open. Hierdoor is duidelijk te zien welke het vrouwtje is: zij heeft namelijk brede zwarte banden op de bovenkant van de vleugels.
Een strakblauwe hemel om 8 uur, koud (4 graden) en geen wind: ideale omstandigheden om nog eens naar de plek van de witkopstaartmees te gaan. Binnen 5 minuten zien we een staartmees met een witte kop. Het duurt even en dan zien we ook nog twee gewone staartmezen (met nestindicerend gedrag). Op een gegeven moment lijkt het er op dat er twee staartmezen zijn met een witte kop, maar of het een witkoppige staartmees of een witkopstaartmees is, durf ik niet met zekerheid te zeggen. We hebben in ieder geval een poos kunnen genieten van deze aandoenlijke 'bolletjes met staart', met op de achtergrond allerlei zingende vogels, waaronder de koekoek... Staartmezen zijn energieke gezelschapsvogeltjes: altijd druk en in de weer, altijd in groepjes (soms wel 15 exemplaren bij elkaar) en niet schuw. De witkopstaartmees is een ondersoort van de Nederlandse staartmees en komt in Fenno-Scandinavië, oostelijk Europa, Sovjet-Unie en verder oostelijk voor tot in China en Japan. De vogel is te herkennen aan de opvallend witte kop, die bijna licht lijkt te geven. Verder lijkt hij precies op onze staartmees, qua grootte en qua roep. Witkopstaartmezen worden soms in ons land gezien. Het gros van de meldingen van witkopstaartmezen betreft echter witkoppige staartmezen. Dit zijn staartmezen met meer dan gemiddeld wit op het kopje, maar niet zo spierwit als van een witkopstaartmees. Aansluitend gaan we nog even kijken of het oranjetipje dat we vorige week gespot hebben nog aanwezig is: als we bijna bij de pinksterbloemen zijn, zien we een mannetje vliegen, maar verder zien we helaas geen oranjetipjes meer. Wel zien we witjes (die allen vliegen), gewone bandspanners, enkele dagpauwogen en een gehakkelde aurelia. Het is inmiddels 13-14 graden en in de zon is het bijzonder aangenaam (ook voor de vlinders).
Maandag was het zonnig, fris en stond er behoorlijk veel wind. Toch zijn we, voordat we naar de oranjetipjes en broedende futen zijn geweest, nog even naar het arboretum gegaan. Allerlei bloesems staan nu in bloei, helder wit of diep roze van kleur. Ook de gele kornoelje en forsythia bloeien nog (deze keer niet vastgelegd). De eerste rhododendrons bloeien en de magnoliabloemen komen voorzichtig tevoorschijn. Met veel geduld (door de wind zwiepten de bloemen alle kanten op) hebben we enkele foto's met de macrolens kunnen maken...
|
NatuurblogAls je goed kijkt, kun je iedere dag iets moois zien
Intens genieten van mooie natuurmomenten. Dat is wat ik doe als ik in de natuur ben én ik probeer die momenten vast te leggen. Je kunt via dit natuurblog meegenieten. Waarom ik geen locaties doorgeef Laatste berichtenArchief
May 2020
Label
All
|