Het belooft een schitterende lentedag te worden en dus ga ik op zoek naar oranjetipjes. Nu het een stuk warmer wordt (20 graden!), wordt de kans op het spotten van deze prachtige voorjaarsvlinder steeds groter. Op de plek waar ik de pinksterbloemen dinsdag al had gezien, ga ik 's morgens op tijd zoeken. De dauwdruppels hangen nog in het gras. Hoe goed ik ook zoek, er zijn helaas nog geen oranjetipjes te zien, ook niet bij een tweede check enkele uren later. Wel vliegen er dan kleine vossen en dagpauwogen, die prachtig op de pinksterbloemen gaan zitten. En citroenvlinders, maar die fladderen alleen maar.... Inmiddels bloeien er ook verscheidene andere bloemen, zoals boterbloem, ereprijs, witte en paarse dovenetel, hondsdraf, vogelmuur en herderstasje. Een aantal zet ik op de foto. Enigszins teleurgesteld rij ik verder. Onderweg kom ik verschillende vogels tegen, die ik probeer te fotograferen. Niet alle vogels werken even goed mee. Putter en zwarte roodstaart zitten te ver weg en zijn het stilzitten bovendien snel zat. Groenling en kneu hebben iets meer geduld. Op een ander plekje staan ook pinksterbloemen en in de buurt parkeer ik de auto. Nog maar net uit de auto verschijnt er een wit vlindertje: YES, beet! een mannetje. Hij is erg fladderig en lijkt op zoek (naar een vrouwtje). Ik volg hem: hij zoekt de warmste, zonnigste plekjes af en dan ineens zie ik dat hij 'beet' heeft. Zelf had ik haar nog niet gezien, maar er zat dus een vrouwtje tussen het gras/riet. Vrijwel meteen begint de paring. Wat is dit toch mooi!
0 Comments
Vandaag is het redelijk zonnig weer, maar wel erg fris en er vallen ook enkele druppels. In de zon is het toch aangenaam en als ik pinksterbloemen in enkele weilanden zie staan, besluit ik er even naar oranjetipjes te zoeken. Er zijn al wel enkele exemplaren gezien (in het zuiden), maar hier kan ik ze helaas nog niet ontdekken. Maar de bloemen bloeien, dus hopelijk kan ik binnenkort toch foto's laten zien van deze prachtige voorjaarsvlinder. Hoewel ze niks met elkaar te maken hebben, plaats ik ook een aantal foto's van de tjiftjaf. Nog nooit heb ik deze vogel namelijk van zó dichtbij kunnen fotograferen als vandaag: op hooguit 3 meter afstand zitten deze 2 exemplaren in het late middagzonnetje! De tjiftjaf is een kleine, onopvallend geelgroen gekleurde vogel en wordt nu weer overal gehoord: 'tjif-tjaf-tjif-tjaf-tjif'. Het zijn bosvogels die houden van een rijke ondergroei; veel struikgewas en lage bomen [bron: vogelbescherming.nl].
Hoewel de voorspellingen niet geweldig zijn (af en toe zon, maar ook buien) en het koud is vergeleken bij donderdag (10 ipv 20 graden!), ga ik samen met Paul naar Arkemheen. Openheid, rust en ruimte kenmerkt Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland. In dit natte veen- en klei-op-veenlandschap broeden veel verschillende (weide)vogels. Paul is er nog nooit geweest en is benieuwd naar deze plek. Zelf ben ik er vorig jaar een paar keer geweest (zie o.a. deze blog) en wil graag weer de grutto's en tureluurs fotograferen. Dat lukt vrij aardig: ze zitten dichtbij en de weersomstandigheden zijn redelijk. De grutto is een trekvogel die eind februari, begin maart Nederland binnen begint te komen. In juli zijn de meeste vogels alweer vertrokken. Grutto's overwinteren in West-Afrika, waar ze in grote groepen verblijven bij riviermondingen met modderoevers. In Afrika schakelen ze voor een groot deel over op vegetarisch voedsel (rijst die blijft liggen op traditioneel beheerde rijstvelden). Wanneer ze in het voorjaar terugkomen, eten de mannetjes grote aantallen regenwormen. Deze wormen helpen de mannetjes om een diepe, roestrode kleur te krijgen. Hoe fraaier het verenkleed, hoe meer de vrouwtjes onder de indruk zijn. Nederlandse tureluurs overwinteren langs de kusten van Zuidwest-Europa en Noord-Afrika. De tureluurs die in Nederland overwinteren zijn vogels uit Noordwest Europa. Deze houden zich vooral op in zoute en brakke getijdewateren. Opvallend is dat de tureluur vaak op slechts enkele meters afstand broedt van het nest van een kievit. De tureluur profiteert daardoor van de technieken die de kievit heeft om predatoren op afstand te houden. De tureluur dankt zijn naam aan het geluid dat de vogel maakt: 'tjululuu' Zelf is hij weinig opvallend, maar des te markanter zijn de felrode poten en snavel. Kemphanen zijn vooral bekend door de fraaie voorjaarstooi van de mannetjes, die op de wat hoger en droger gelegen stukken grond schijngevechten houden om de gunst van de vrouwtjes te verwerven. Na de paring draaien de vrouwtjes op voor de zorg om het broedsel. Helaas is dit schouwspel vrijwel uit Nederland verdwenen. Kemphanen zijn in ons land vooral nog te zien in de winter. Scandinavische kemphanen overwinteren in het Waddengebied en langs de rivieren. Nederlandse kemphanen overwinteren meest in West-Afrika. In het Nederlands taalgebruik wordt de term kemphaan figuurlijk gebruikt om een ruziezoeker aan te duiden. Hoewel het mij om de bovenste vogelsoorten te doen was, heb ik mijn ogen natuurlijk niet gesloten voor de rest: hier is het altijd druk met vogels, hazen en konijnen (die we vooral tijdens de schemering hebben gezien en waar ik geen foto's van heb gemaakt). Aan het eind van de middag genieten we van de zonsondergang, die uiteindelijk minder fraai onder gaat als we gehoopt hebben. Maar we hebben wel enkele plaatjes kunnen schieten.
|
NatuurblogAls je goed kijkt, kun je iedere dag iets moois zien
Intens genieten van mooie natuurmomenten. Dat is wat ik doe als ik in de natuur ben én ik probeer die momenten vast te leggen. Je kunt via dit natuurblog meegenieten. Waarom ik geen locaties doorgeef Laatste berichtenArchief
May 2020
Label
All
|