Na enorme regen- en onweersbuien gisteravond is het 's morgens weer prachtig weer: 20 graden en broeierig warm. Natuurlijk gaan we lekker op pad. De bedoeling is om te gaan kijken of er (net als vorig jaar) rupsen op de grote brandnetel zitten. Helaas zijn ze er (nog?) niet, maar we zien genoeg andere mooie dingen. De allergrootste verrassing zie ik op een gegeven moment in het hoge gras zitten: een schitterend pijlstaart. Eerst weet ik niet om welke soort het gaat (ik heb hem/haar in elk geval nog nooit eerder gezien), maar als hij/zij de achtervleugels toont, is het duidelijk: een prachtige pauwoogpijlstaart. Bij verstoring worden de oogvlekken op de achtervleugels wisselend getoond door de voorvleugels schokkend heen en weer te bewegen. Dit gedrag schrikt insectenetende vogels af. We zien vooral heel veel juffers en zo nu en dan vliegt er een libel langs (veelal viervlekken en gewone oeverlibellen). Gelukkig zien we ook enkele vlinders. Hoewel ik me enkele dagen geleden nog heb afgevraagd waar de rupsen van de donsvlinders bleven, zien we er nu meerdere.... Op een gegeven moment zie ik een glassnijder met een prooi vliegen. Hij gaat ergens 'hangen' om de prooi op te eten. Ik ga erheen en zie dat het een lieveheersbeestje is.... hm, dat is toch minder leuk om te zien dan bijvoorbeeld een 'simpel' vliegje....
2 Comments
Het is bewolkt, maar wel broeierig. De voorspellingen zijn niet goed: regen en onweer. Tóch gaan we op pad. Ze hebben het wel vaker mis ;-) We gaan kijken of de tengere grasjuffers weer op hetzelfde plekje zitten als vorig jaar. Toen heb ik het oranje vrouwtje voor het eerst gezien: zó mooi en zó bijzonder dat deze juffies zo helder oranje kunnen zijn. Alleen verse vrouwtjes zijn oranje. Ze verkleuren geleidelijk naar groen. Soms verkleuren ze naar blauw; dat noemt men andromorf: een vrouwtje met de kleur van een mannetje. De tengere grasjuffer is familie van het lantaarntje, maar verschilt daarvan doordat het 'achterlicht' of 'lantaarntje' (het stukje blauw op het verder zwarte achterlijf) verschoven is naar achter (van S8 naar S9). Dit geldt alleen voor mannetjes; (uitgekleurde) vrouwtjes hebben een compleet zwart achterlijf (bovenkant). We wandelen een stukje verder, naar waar de icarusblauwtjes altijd zitten. Eerst lijkt er 'niks' te zitten, maar als de zon af en toe door de wolken piept, wordt het meteen een stuk warmer. En dan zien we de icarusblauwtjes ineens wél zitten: hun felblauwe vleugels vallen heel erg op, zelfs als ze op de grond zitten. Het is lastig om mooie foto's te maken omdat het waait én omdat de vlinders daardoor heel laag tussen de vegetatie blijven. Maar wat is dit genieten! We zien ook nog enkele look-zonder-look planten staan. Ik ga kijken.... je weet nooit! En inderdaad: een hele jonge, piepkleine, bruinige rups en een al wat oudere, inmiddels groene rups. Beide van het oranjetipje :-) Van de voorspelde regen of onweer merken we niks; het wordt juist steeds zonniger. Pas rond 4 uur, als we allang weer thuis zijn, krijgen we een korte regenbui met onweer, maar daarna klaart het al snel weer op....
In Nederland is de familie van de aurelia's met 48 soorten de grootste dagvlinderfamilie. Kenmerkend voor deze familie is dat de voorste poten zijn gereduceerd tot poetspoten; bij het zitten en lopen worden alleen de achterste twee paar poten gebruikt: deze vlinders lijken dus maar vier poten te hebben. De familie van de aurelia's bestaat uit parelmoervlinders, schoenlappers en zandoogjes. In deze blog besteed ik aandacht aan de zandoogjes (alleen de algemeen voorkomende). Zandoogjes hebben oogvlekken op de voor- en/of achtervleugels. De meeste soorten zijn onopvallend bruin gekleurd en maken goed gebruik van hun schutkleur. Zandoogjes zijn vooral te vinden op graslanden en heiden en ze bezoeken graag bloemen. Opvallend is hun dartelende manier van vliegen. ArgusvlinderHoewel de argusvlinder wordt gezien als algemeen voorkomende vlinder in Nederland, wordt hij in grote delen van Nederland niet of nauwelijks waargenomen (bijv. op de zandgronden). Ook vertoont hij de laatste jaren een sterke achteruitgang (oorzaak nog onbekend). Argusvlinders vliegen van eind april tot eind augustus in twee generaties. De vlinders voeden zich met nectar van verschillende planten: in het voorjaar onder andere braam en rode klaver, 's zomers akkerdistel en vlinderstruik. Waardplanten zijn diverse overblijvende grassen. De mannetjes verdedigen een territorium vanaf een open zonnige plek op de grond of maken patrouillevluchten vlak boven de grond. Bont zandoogje Bonte zandoogjes worden vooral gezien langs (bos)randen bij vochtige heidevelden. Bij lagere temperaturen vliegen ze vaker op open plaatsen langs bosranden en -paden, waar de temperatuur hoger is dan in het bos. Bij een hogere temperatuur zijn de vlinders juist vaker midden in het bos te vinden. Bonte zandoogjes zijn er van eind maart tot eind oktober in drie overlappende generaties. De mannetjes gedragen zich opvallend territoriaal. De vlinders voeden zich met honingdauw, sap van vruchten en bloedende bomen en met nectar van bloemen, onder andere braam. Als waardplant worden diverse grassen gebruikt. KoevinkjeKoevinkjes komen vooral voor op de zandgronden van Zuid- en Oost-Nederland en in de duinen. Ze vliegen van eind juni tot half augustus in één generatie. De vrouwtjes besteden veel tijd aan het zoeken van nectar: ze voeden zich met nectar van verschillende kruiden die in ruigte of struweel groeien, zoals braam, akkerdistel en koninginnenkruid. Alleen vrouwtjes drinken nectar, mannetjes worden zelden of nooit op bloemen gezien; ze maken veel patrouillevluchten waarbij ze vaak paden of bosranden volgen. Waardplanten zijn diverse grassen. Hooibeestje
Oranje zandoogjeHet oranje zandoogje komt in Nederland voor in twee gescheiden gebieden: het noordoosten van het land (Drenthe en de daaraan grenzende delen van Groningen, Friesland en Overijssel) en het zuiden van het land (Zeeland, Noord-Brabant en het noorden van Limburg). In het overige deel van het land wordt het oranje zandoogje nauwelijks waargenomen. Er is maar één generatie die vliegt van eind juni tot eind augustus. Nectar halen ze uit o.a. struikhei en braam. De vlinders besteden veel tijd aan het zonnen en zitten dan met gespreide vleugels op bladeren van bomen, struiken of kruidachtige planten. Als waardplanten gaat de voorkeur uit naar grassen die groeien op licht beschaduwde plaatsen. Belangrijkste kenmerken oranje zandoogje:
Bruin zandoogjeHet bruin zandoogje is een zeer algemene dagvlinder in Nederland. Hij komt bijna overal voor. Vlinders verschijnen vanaf begin juni tot eind augustus in één generatie. Dat is een opmerkelijk lange periode voor een vlinder die in één generatie vliegt. De vlinders leven dan ook relatief lang (ongeveer 1 maand) en komen verspreid over een langere periode uit. Typisch gedrag: op zonnige dagen zijn soms honderden vlinders te zien die even boven het gras uit huppen en vervolgens weer snel verdwijnen. Ook hier zijn diverse grassen waardplant voor de rupsen. Belangrijkste kenmerken bruin zandoogje:
Een lastig trio (?)Vind je het hooibeestje, oranje zandoogje en bruin zandoogje ook moeilijk om uit elkaar te houden? Je bent niet de enige: vooral als ze met de vleugels gesloten zitten (wat ze vaak doen!) zijn de verschillen vrij subtiel. Naast de eerder in dit blog genoemde verschillen, kun je ook letten op de grootte: het hooibeestje is duidelijk de kleinste (ongeveer zo groot als een boomblauwtje), het oranje zandoogje is iets groter (ongeveer zo groot als een klein koolwitje) en het bruin zandoogje is de grootste van de drie (ongeveer zo groot als een dagpauwoog). De Vlinderstichting heeft een handige herkenningsposter gemaakt met alle zandoogjes op een rijtje. JunidipDe komende weken wordt 'zwaar' voor vlinderliefhebbers: de typische voorjaarsvlinders, zoals oranjetipje, zullen niet meer vliegen, maar de zomervlinders, zoals het bruin zandoogje en de tweede generaties van de 'witjes', zijn er nog niet. Dit is een jaarlijks terugkerend fenomeen, een korte periode tussen de voorjaarsvlinders en de zomervlinders waarin er vrij weinig vlinders te zien zijn, die de junidip wordt genoemd. Over het algemeen valt deze dip rond de tweede week van juni. Het is even afwachten, met het koude en wisselende weer in dit voorjaar, wanneer de junidip dit jaar gaat vallen... Dit is het negende bericht uit een serie informatieve blogs. Klik op het label Informatief in de kolom hiernaast om alle blogs uit deze serie te zien. De getoonde foto's zijn niet vandaag gemaakt. |
NatuurblogAls je goed kijkt, kun je iedere dag iets moois zien
Intens genieten van mooie natuurmomenten. Dat is wat ik doe als ik in de de natuur ben én ik probeer die momenten vast te leggen. Je kunt via dit natuurblog meegenieten. <<< Waarom ik geen locaties deel >>> Laatste berichtenArchief
April 2025
Label
All
|