Hoewel de zomer nog maar 1 dag oud is, is het regenachtig en fris (16 °C). Toch wil ik even een korte wandeling maken. Het is nog steeds een beetje klam, maar lang zo erg niet als een paar dagen geleden. Gelukkig zijn ze er gewoon ... de vlindertjes. Niet zo veel, maar het is toch weer even genieten. Omdat er (vooral in het bos) vrij weinig licht is, heb ik de ISO soms behoorlijk moeten opschroeven.
0 Comments
De voorspellingen zijn: broeierig met kans op onweersbuien. 's Morgens ziet het er nog redelijk uit (de zon is er niet, maar de temperatuur is perfect), dus ik bedenk me geen moment en ga op pad. Het is een stuk klammer dan gisteren. Al na een paar honderd meter loopt het zweet in druppeltjes langs mijn lijf. Doordat het steeds broeieriger wordt, besluit ik een klein rondje te wandelen. Dat je zelfs dan iets onverwachts en bijzonders tegen kunt komen, blijkt o.a. uit mijn eerste foto: de schitterende luzernevlinder, die ik nog maar 1x eerder in Limburg heb gezien. Het is een vrij schaars voorkomende trekvlinder uit Zuid-Europa. Dat de natuur niet alleen mooi is, maakt mijn laatste foto akelig duidelijk: een dode mol waarbij de 'opruimers' al druk bezig zijn. Even denk ik dat het beestje nog leeft als ik het buikje op en neer zie gaan, tot ik besef dat ze ook dáár bezig zijn... Kort nadat ik thuis kom, begint het te regenen. Tijdens mijn wandeling hoorde ik het ook al rommelen en nu barst het onweer los met een paar fikse knallen. Kort maar hevig (de stoppen vliegen er zelfs uit) en de drukkende warmte blijft helaas hangen....
Aangezien het vandaag tropisch warm wordt, in Nederland kom je vaak van het ene in het andere uiterste, ga ik op tijd de natuur in. Tropisch betekent voor ons land vaak een combinatie van warmte (> 30°C) én benauwdheid en dat vind ik niet prettig om in te wandelen. 's Morgens is het gelukkig prima te doen. Natuurlijk ga ik op zoek naar vlinders (maar je komt altijd meer moois tegen!). Ik ben benieuwd of het heideblauwtje al vliegt en ga even de hei op: in eerste instantie ziet het er niet naar uit dat ze er al zijn, maar dan zie ik ineens een klein blauw vlindertje. Hij is helaas behoorlijk beschadigd, maar het is er ééntje! Wanneer ik over het paadje loop dat dwars over de hei gaat, zie ik ineens iets liggen waardoor mijn hart even een sprongetje maakt. Het is een slang, maar ik zie ook meteen dat het geen adder is. Zou ik dan eindelijk oog in oog staan met een ringslang?? Bij thuiskomst blijkt dat het inderdaad een ringslang is, te herkennen aan de gele vlekken (soms neigend naar oranje of wit) aan weerszijden van de hals, net achter de kop, die aan de bovenzijde soms samenvloeien en doen denken aan een ring. Erachter een zwarte vlek die varieert van een band tot een driehoek. Ringslangen zijn schuw, ongevaarlijk voor de mens en bijten zelden. Hij is gemakkelijk van de gladde slang te onderscheiden doordat de gladde slang gladde dorsale schubben heeft, in tegenstelling tot die van de ringslang: deze hebben een opstaande kiel in het midden. Van de adder is de ringslang het makkelijkst te onderscheiden aan het zigzagpatroon dat vaak voorkomt bij de adder maar niet bij de ringslang. Ook de ogen van de adder wijken duidelijk af: ze zijn oranjerood tot rood van kleur en hebben een verticale pupil. De ringslang heeft een meer gele oogkleur en een duidelijk ronde pupil. Omdat het zo warm is, ben ik benieuwd of de Sint-jansvlinder al uit de cocon is gekropen. Nieuwsgierig ga ik naar 'onze' cocon, maar die is nog dicht (wel aanzienlijk voller geworden). Als ik verder speur (er hangen op deze plek namelijk vrij veel van deze cocons), zie ik iets hangen dat zwart-met-rood is. Dat kan niet missen! Ik loop er rustig heen en inderdaad: de Sint-jansvlinder is eruit. Prachtig om te zien weer!
|
NatuurblogAls je goed kijkt, kun je iedere dag iets moois zien
Intens genieten van mooie natuurmomenten. Dat is wat ik doe als ik in de natuur ben én ik probeer die momenten vast te leggen. Je kunt via dit natuurblog meegenieten. Waarom ik geen locaties doorgeef Laatste berichtenArchief
May 2020
Label
All
|