Al een tijd wil ik eens een kijkje nemen bij de Brouwersdam om daar te genieten van de vele vogels, de zeehonden en ... gewoon van de (geur van de) zee. Vandaag is het zover! Al vroeg zit ik in de auto op weg naar 'mijn privé-gids'. Ondanks de nevel/mist die her en der hangt, rijden we aan het eind van de ochtend de zon tegemoet (en die blijft gelukkig de hele dag schijnen). We starten bij het Grevelingenmeer, een voormalige zeearm van de Noordzee, gelegen tussen de eilanden Goeree-Overflakkee en Schouwen-Duiveland. Het is het grootste zoutwatermeer van West-Europa. Hier zit al enkele jaren achtereen de voor Nederland vrij zeldzame flamingo. Een bizar en tegelijk fantastisch mooi gezicht om deze kleurrijke vogels hier zo relaxed te zien staan. De Brouwersdam is een 6 km lange dam, waardoor het Grevelingenmeer ontstond (1971). Wat meteen opvalt is de rust, het bijna rimpelloze water, het prachtige licht en de zilte geur van de zee. En de vogels natuurlijk. Eén van de eerste soorten die we aan de Noordzee-kant zien is de tureluur. Deze vogel dankt zijn Nederlandse naam aan het geluid dat hij maakt; 'tjululuu'. Hij zelf is niet zo opvallend, maar des te markanter zijn de felrode poten en snavel. Scholeksters zijn er natuurlijk ook. Een juveniel is herkenbaar aan de witte band rond de hals. Helaas zijn ze vrij schuw en gaan bij het minste of geringste 'gevaar' op de wieken. Dit zorgt ervoor dat ook veel andere vogels er vandoor gaan. Hierdoor lukt het helaas niet om dichterbij de rosse grutto's en de rotganzen te komen. Het lukt helemaal niet om een paar kleine plevieren op de foto te zetten. Een ekster, normaal gesproken enorm schuwe dieren, komt daarentegen wel dichtbij. Het schijnt een bekende op de Brouwersdam te zijn die even komt kijken of er iets te halen valt bij ons. In de branding foerageert een rosse grutto (die ik vandaag voor het eerst zie). Hij is in Nederland minder algemeen dan de bekendere grutto. Rosse grutto's danken hun naam aan de veel rodere kleur van het verenkleed. Het winterkleed is echter licht, bruingrijs van kleur met donkere veercentra. Dit geeft een gestreept effect. Ook valt de vrij lange wenkbrauwstreep en de gebandeerde staart op. Een ganzensoort die ik nog nooit in het echt heb gezien en (ook) heel graag wilde fotograferen, is de rotgans. Een prachtige wintergast, die je in Drenthe eigenlijk niet ziet. Ze overwinteren in ons land namelijk alleen aan de Waddenzee en de Zeeuwse Delta. Deze gans dankt zijn Nederlandse naam aan het geluid dat ze maken: 'roh-roh-roh'. Ze zwemmen veel en eten vooral gras en plantendelen. Ook zien we heel veel steenlopertjes, die ik vandaag overigens voor het eerst heb gezien, een typische kustvogel met een sterke voorkeur voor een stenige ondergrond. Zo'n omgeving is in Nederland van nature niet te vinden, maar dijken en pieren hebben dezelfde aantrekkingskracht op deze vogels. Daar zoeken ze intensief tussen de stenen naar voedsel en inspecteren daar achtergebleven zeewier, schelpen, drijfhout, dode vis en verder alles waar insecten, krabbetjes of schaaldieren zich kunnen verstoppen. Normaal gesproken zijn hier vrij veel strandlopers, begrijp ik, maar vandaag zitten ze blijkbaar elders. Toch zien we ook nog een verdwaalde paarse strandloper. Het is een vrij gedrongen, niet schuwe vogel die 's winters aan de Nederlandse kust is te vinden, vaak in gezelschap van steenlopers (zoals op de foto, links de paarse strandloper). Verder op zee zwemmen allemaal eenden, o.a. brilduikers, zwarte zee-eenden en middelste zaagbekken. Jammer genoeg zitten de meesten veel te ver weg voor een mooie foto. Als we even later bij de Brouwerssluis aankomen, kunnen we gelukkig redelijke foto's maken van de middelste zaagbek (die ik ook nooit eerder heb gezien). Het zijn schitterende eenden met een wilde kuif (een soort punkkapsel) en het zijn echte visspecialisten. We zien ook dat het mannetje een enorme krab vangt (foto mislukt). Ze houden, i.t.t. hun grote broer (zie deze blog), meer van zout dan van zoet water. Eerst een foto van het mannetje, daaronder het vrouwtje. Ook zien we een paar grijze zeehonden bij de Brouwerssluis. Op het moment dat wij er zijn, wordt de sluis open gezet. Hierdoor ontstaat een sterke stroming, waardoor het kennelijk voor de zeehonden een voedselparadijs wordt. Ze eten vooral zalm, kabeljauw, schelvis, koolvis, zandspiering, platvissen en schaal- en weekdieren. Verschil met gewone zeehonden: grijze zeehonden zijn groter, hebben een rechte snuit en hebben duidelijk gescheiden neusgaten. In Nederland is de grijze zeehond niet zo talrijk als de gewone zeehond. Ze zitten vooral in de Waddenzee, maar ze planten zich tegenwoordig ook voort op het Grevelingenmeer. Meeuwen ontbreken hier natuurlijk ook niet. Deze zilvermeeuw zat prachtig in het zonlicht, hoog en droog op een paal in het water. Waarschijnlijk wachtend op een lekker hapje... We bezoeken nog wat andere plekjes in Zeeland en zien daar vooral heel veel eendvogels. Brandganzen zijn zwart, wit en grijs met een wit gezicht. Ze foerageren in grote groepen waarbij de vogels vaak naar elkaar roepen. Bergeenden zijn meestal te vinden in koppeltjes en hebben een onmiskenbaar verenkleed. Het mannetje heeft een dikkere snavelknobbel dan het vrouwtje. Smienten zijn vooral in de winter in Nederland. Het zijn vrij kleine eenden, wat ook de betekenis is van het woord smient. Deze eend is ook te herkennen aan de karakteristieke fluitende roep van het mannetje en wordt ook wel fluiteend genoemd. Deze heerlijke dag sluit ik af met een foto van een wulp aan het water. De wulp is een onmiskenbare grote bruine vogel met lange, omlaag gebogen snavel. Het geluid van de wulp is zeer kenmerkend: een mysterieus aanzwellend geluid, dat vooral in de ochtend- en avondstilte vrij ver kan dragen.
0 Comments
Leave a Reply. |
NatuurblogAls je goed kijkt, kun je iedere dag iets moois zien
Intens genieten van mooie natuurmomenten. Dat is wat ik doe als ik in de natuur ben én ik probeer die momenten vast te leggen. Je kunt via dit natuurblog meegenieten. Waarom ik geen locaties doorgeef Laatste berichtenArchief
May 2020
Label
All
|