Net als in 2011 en 2012 ga ik ook dit jaar weer een kijkje nemen bij de kleurrijke tulpenvelden. Er is een prachtige bewegwijzerde autoroute van ongeveer 100 km door de hele Noordoostpolder uitgezet. Hoewel de luchten donker beginnen en het behoorlijk waait, schijnt ook het zonnetje en is het toch weer erg genieten van alle kleurtjes (en geurtjes). Van de tulpenvelden (en vele activiteiten) is nog te genieten tm 4 mei. Voor verdere informatie zie de website van het tulpenfestival.
0 Comments
Het belooft een redelijk zonnige dag te worden, dus gaan we vandaag eens op zoek naar (echte) libellen. Er worden al soorten gemeld, terwijl ik ze hier nog niet heb zien vliegen. Al snel blijkt dat het vandaag veel te koud is en vrij hard waait. Toch vinden we, naast enkele larvenhuidjes van uitgeslopen libellen, drie Noordse winterjuffers. Het is de zeldzamere neef van de bruine winterjuffer. Naast enkele puttertjes (die meteen wegvliegen) en witte kwikstaarten, zie ik mijn eerste gele kwikstaart van dit seizoen rondscharrelen op een akker en probeer hem op de foto te zetten. De plas waar we vervolgens heen rijden om hopelijk wat vogels te gaan kieken, is (bij mij) bekend om zijn eenden, rietvogels en steltlopers. Vorig jaar heb ik mijn eerste sprinkhaanzanger en een blauwborst kunnen fotograferen. Als we er aankomen is het rustig, maar we besluiten af te wachten. Dat (veel) geduld loont, blijkt maar weer als ik het overbekende deuntje van de blauwborst hoor. Even later laat hij zich zien: dit is genieten met hoofdletters! Al meerdere keren is het me overkomen dat ik dacht 'och, niks bijzonders' terwijl ik langs deze plas reed en dat bij nader inzien (beter bekijken van de vogels op de plas) er toch leuke soorten tussen zaten. Dat blijkt vandaag ook weer: voor de tweede keer zie ik een zomertaling, een prachtig getekende, vrij kleine eend. Helaas blijken ze vrij schuw en blijven ze op afstand (foto's zijn dan ook behoorlijke crops maar al beter dan die van vorig jaar). De zomertaling is een zomervogel (rode lijst) en broedt in moerassige gebieden met veel water- en oeverplanten. Het voedsel bestaat uit allerlei plantaardig en dierlijk materiaal, en wordt op of net onder de waterspiegel (al slobberend) verzameld. Vooral het mannetje ziet er prachtig uit met een brede witte streep op de kop en fijne grijze bandering op de flanken [bron: Vogelbescherming]. Dat hier regelmatig lepelaars komen foerageren wist ik al. Maar dat we ze ook daadwerkelijk te zien zouden krijgen, is toch wel heel gaaf! En helemaal als één exemplaar vrij dicht langs de rietkraag gaat foerageren: hierbij beweegt de vogel zijn snavel heen en weer door het water ('maaibeweging'). Wat steltlopers betreft is het rustig, maar aan het eind van de middag komen ze ineens massaal aanvliegen. De afstand is helaas erg groot (en de foto's dus niet mooi). Er zijn ook tureluurs bij, maar 1 vogel kan ik niet goed thuisbrengen. Hij lijkt enorm op een tureluur, maar is slanker, met een iets langere snavel en hij lijkt ook een langere nek te hebben. Kees weet me te vertellen dat het een zwarte ruiter is, mijn eerste ontmoeting met deze soort (maar wellicht heb ik ze vaker voor een tureluur uitgemaakt). Onderweg komen we twee prachtige reebokjes tegen, die er uiteindelijk, via de weg waar wij op staan, vandoor gaan. De zon komt vlak voor zonsondergang tóch weer even tevoorschijn en in dat prachtige licht zien we zeker vier (!) bruine kiekendieven boven het riet jagen. Net als gisteravond worden we toegezongen door de roerdomp, die vanaf nu 'hoempie' heet. Wat een geweldig mooi einde van deze verder toch wel frisse en sombere dag.
De weersvoorspellingen voor vandaag zijn redelijk: af en toe zon, weinig wind en in de loop van de middag bewolking en meer wind. Hoewel de dag begint met mist, ga ik samen met mijn fotomaatje op tijd de natuur in. Dat heeft zo zijn voordelen: het is rustiger dan overdag én er zijn druppels! We gaan op zoek naar vlindertjes (uiteraard ;-) ) in De Wieden in de Kop van Overijssel. Aangezien er al geruime tijd oranjetipjes vliegen, besluit ik om ook te zoeken naar eitjes. Lang hoef ik niet te zoeken: hoewel de weilanden van De Wieden momenteel paars zien van de pinksterbloemen (en er dus héél veel bloemen staan), heb ik vrijwel meteen 'beet'. Per plant legt het vrouwtje meestal maar één eitje (om competitie met andere rupsen te vermijden) en ze besteedt dan ook veel tijd aan het uitzoeken van geschikte (bij voorkeur nog onbelegde) planten. Bij het afzetten van het eitje legt het vrouwtje ook een geurspoor (feromoon) op de plant waardoor volgende vrouwtjes minder geneigd zullen zijn een bijkomend eitje af te zetten. Het eitje is aanvankelijk geelwit, maar verkleurt na een dag feloranje [bron: www.inbo.be]. Nog rustende vlinders met dauwdruppels zijn prachtig om te zien. Hoe bijzonder is het om te zien hoe al die druppeltjes heel blijven en niet 'uitlopen'. De zon komt er al snel bij en de kracht van de zon is al goed voelbaar en laat de druppeltjes snel verdwijnen. Gedurende de dag zien we toch behoorlijk wat vlindertjes, hoewel de temperatuur niet zo hoog is (graad of 13). Tussen de vegetatie zitten twee gerande spanners. Dit is een nachtvlinder, maar kun je overdag rustend aantreffen. Ook spot ik mijn eerste landkaartje van dit seizoen. De libellen en juffers laten het nog een beetje afweten hier, maar toch zien we 2 soorten juffers. We besluiten om naar een andere plek te gaan: het Voorsterbos. Eens zien hoe het daar is gesteld met de libellen en juffers. Het Voorsterbos is een gevarieerd natuurgebied in de Noordoostpolder nabij Kraggenburg. Het bos is in 1944 aangeplant op de voormalige Zuiderzeebodem. Verspreid in het bos liggen poelen en watertjes waar veel libellen en amfibieën leven [bron: Natuurmonumenten]. Bij een kleine poel stikt het werkelijk van de (pas uitgeslopen) vuurjuffers. Heerlijk om ze weer te zien fladderen! Aan het eind van de middag rijden we terug richting De Wieden. Hier vlakbij weet ik een plekje waar wilde kievitsbloemen staan en we besluiten even te kijken of ze inmiddels in bloei staan. Dat blijkt zo te zijn: schitterend! Helaas zijn ze zeldzaam geworden. Ongeveer 80% van de Nederlandse wilde kievitsbloemen groeit langs de oevers van de Overijsselse Vecht en het Zwarte Water. Het is inmiddels al enkele uren bewolkt. Een zonsondergang lijkt er niet meer in te zitten en we rijden nog wat rond. We spotten enkele reeën, maar ze lopen te ver weg om foto's van te maken. Dan zie ik een kiekendief. Het blijkt een bruine te zijn. We besluiten er eens rustig bij te gaan staan en wachten af. In korte tijd zien we 3 mannetjes jagen boven het riet: een prachtig schouwspel (vanwege het slechte licht, geen mooie foto's geworden)! Ineens hoor ik het hoempen van de roerdomp! Die combinatie, een vanuit het moeras zingende roerdomp en de op korte afstand jagende bruine kiekendieven, is geweldig. Wat een geweldige afsluiter van de dag. We zien dat de kleuren in de lucht veranderen en dan ineens is de zon er weer en kunnen we ook nog genieten van een mooie zonsondergang.
|
NatuurblogAls je goed kijkt, kun je iedere dag iets moois zien
Intens genieten van mooie natuurmomenten. Dat is wat ik doe als ik in de natuur ben én ik probeer die momenten vast te leggen. Je kunt via dit natuurblog meegenieten. Waarom ik geen locaties doorgeef Laatste berichtenArchief
May 2020
Label
All
|