We staan vroeg op, of beter gezegd: het is nog midden in de nacht. Het belooft een prachtige dag te worden en dus gaan we vlinderen bij de Sint Pietersberg. Ongeveer twee maal per jaar móet ik daar even heen: het is er prachtig (het doet een beetje buitenlands aan) en er zijn veel bijzondere vlinders te zien. Rond half 7 staan we in het veld. Het licht van de zon is nog zacht: perfect voor de foto's. De zeer zeldzame veldparelmoervlinder warmt haar koude lijfje in de al warme zonnestralen en wordt langzaam wakker. Dit vind ik één van de mooiste parelmoervlinders die in NL te bewonderen zijn. Op en rond de Sint Pietersberg liggen prachtige bloemrijke (kalk)graslanden waar het meestal wemelt van de (zeldzame) vlinders. Het in NL zeer zeldzame klaverblauwtje is ook net wakker: tussen de ratelaars en rode klavers vliegen minstens 10 exemplaren, mannetjes én vrouwtjes. Het is altijd spannend wat er te zien is aan vlinders. Naast de algemeen voorkomende soorten als kleine vos, atalanta, citroenvlinder, mijn eerste distelvlinder van dit seizoen en enkele witjes, zien we ook twee zeer bijzondere dikkopjes: het bruin dikkopje en het kaasjeskruiddikkopje. Ze lijken veel op elkaar, maar het bruin dikkopje heeft een minder grove tekening op de bovenkant van de vleugels. Ze zitten vaak op grassprieten en zijn dan vrij lastig te spotten. Een klein vlindertje trekt mijn aandacht. Ze is in conclaaf met één van de dikkopjes: ze wordt weggejaagd, maar vindt toch steeds weer een plekje. Ik bestudeer haar eens wat beter: ze lijkt op een icarusblauwtje ♀ maar is kleiner. Het bruin blauwtje lijkt erg op het icarusblauwtje, maar heeft geen (blauwe) bestuiving op de bovenkant van de vleugels en mist de 'wortelvlek' op de ondervleugel. De zwarte vlekken op de onderkant van de voorvleugel zijn groot en opvallend, de zwarte vlekken op de achtervleugel zijn klein. Wat leuk, het is dus een bruin blauwtje, een vlinder die ik eigenlijk nooit zie. We lopen voorzichtig door het hoge gras. Geregeld vliegen er witte vlinders op om even verderop weer neer te dalen: ik herken ze van vorig jaar, het zijn valse witjes. Geen mooie naam voor deze prachtige nachtvlinder met zijn zwarte aders. Hij komt in NL alleen in Limburg voor. Hij lijkt op het groot geaderd witje, een dagvlinder die helaas niet meer in NL voorkomt, en wordt daar ook regelmatig mee verward. Naast klaverspanners, gestreepte goudspanners, bruine daguilen, gamma-uiltjes en een stro-uiltje zien we ook enkele muntvlindertjes. Ze zijn heel klein en vallen daardoor, ondanks hun vaak felle kleuren, niet zo op. We zien een wat bruiner exemplaar en een prachtig rood exemplaar. Tussen het gras vliegen ook honderden juffertjes. Omdat we er primair voor de vlinders zijn, besteed ik weinig aandacht aan ze, maar één felblauw exemplaar (een watersnuffel) zit mooi rustig. Ook zien we (net als vorig jaar) een plasrombout en spot ik mijn eerste gewone oeverlibel van dit seizoen. Het is inmiddels 12 uur geweest en de zon laat zich steeds minder zien (op die momenten is het best fris). Ook begint het harder te waaien. We hebben prachtige waarnemingen gedaan en genoten. Alleen het zeldzame boswitje hebben we deze keer niet kunnen spotten. Eigenlijk willen we blijven, het is hier zo mooi, maar de moeheid slaat toe en de pijn aan mijn teen wordt steeds erger (toch maar eens mee naar een dokter?) en dus keren we voldaan huiswaarts.
Opmerkingen zijn gesloten.
|
NatuurblogAls je goed kijkt, kun je iedere dag iets moois zien
Intens genieten van mooie natuurmomenten. Dat is wat ik doe als ik in de natuur ben én ik probeer die momenten vast te leggen. Je kunt via dit natuurblog meegenieten. Waarom ik geen locaties doorgeef Laatste berichtenArchief
May 2020
Label
All
|