Groentjes
Heb je zelf nog nooit een groentje gezien? Heel vreemd is dat niet. Groentjes vallen namelijk helemaal niet op: hun felgroene kleur is een prachtige schutkleur als de vlindertjes in het voorjaar op kleine berken of andere frisgroene struiken zitten. Ze leiden bovendien een onopvallend bestaan. Groentjes komen vooral voor op de zandgronden in het oosten en zuiden van ons land (in het westen komt het groentje nauwelijks voor): ze leven daar vooral in bosranden en struwelen op de overgang van (vochtige) heide naar bos. Het zijn weinig mobiele vlinders. Je zult ze dan ook niet snel in je tuin zien. |
Landkaartjes
Het landkaartje is in tegenstelling tot het groentje wél een algemeen voorkomende vlinder in ons land. Er bestaat een voorjaarsgeneratie en een zomergeneratie die erg verschillend zijn: een oranje voorjaarsvorm en een zwarte zomervorm. Dit verschil wordt veroorzaakt door het verschil in daglengte. De onderkant van de vleugels vertoont altijd een karakteristiek 'landkaartpatroon'. In het voorjaar is de vlinder vooral op halfopen plaatsen nabij het bos te vinden, bijvoorbeeld in de bosrand. ’s Zomers vliegen ze ook op meer schaduwrijke plaatsen, zoals in het bos. De rupsen voeden zich met brandnetels die langs beken of in donkere bosranden staan. |
Vuurvlinders
Van de drie vuurvlindersoorten die in ons land voorkomen, is de kleine vuurvlinder een algemene soort: ze is in heel het land te vinden, vooral bij schrale graslanden, maar ook in tuinen. De kleine vuurvlinder vliegt van eind april tot eind oktober in drie generaties. Vlinders voeden zich met een breed scala aan nectarplanten. Rupsen voeden zich uitsluitend met (schapen)zuring. |
Klik op het label Informatief in de kolom hiernaast om alle blogs uit deze serie te zien.
De getoonde foto's zijn niet vandaag gemaakt.