Tot dit voorjaar had ik nog nooit van de gevlekte witsnuitlibel gehoord, laat staan dat ik wist dat ie zeldzaam is. Het is een soort die vooral voorkomt in laagveenmoerassen. Ze vliegen vooral in mei en de eerste helft van juni. Het achterlijf is zwart met grote vlekken die bijna de gehele bovenzijde van de segmenten beslaan. De vlek op segment 7 is in alle gevallen geel. Bij uitgekleurde mannetjes zijn de vlekken verkleurd van geel naar donkerrood, maar de vlek op segment 7 blijft opvallend geel. Jonge mannetjes lijken op vrouwtjes met grote, brede gele vlekken. Bij oudere vrouwtjes worden de achterlijfsvlekken oranjegeel, behalve de vlek op segment 7: die blijft helder geel. |