Het is rond de 20 graden en er zijn regelmatig buien. Laat in de middag besluit ik toch nog even op pad te gaan, letterlijk tussen de buien door. Eigenlijk wil ik de moerassprinkhanen nog een keer op de foto zetten, maar nu met mijn macrolens. Tot mijn schrik en grote verbazing zie ik dat het hele veld (en ook de omliggende velden) is gemaaid. Leven die arme beestjes dan nog wel?? Onbegrijpelijk vind ik dit van Natuurmonumenten (de beheerder van het gebied)! Ik zie slechts één mannetje en maak wat foto's. Verder zijn er een aantal boomvalken, waarvan er eentje (hoog in een boom) zich tot op een meter of 8 laat benaderen. Jammer dat ik nu geen telelens op de camera heb zitten. Er hangen veel juffers in de bossages en het riet. Ik word verrast door twee prachtige vlinders: een appeltak die uiteindelijk tussen het gras beland (foto links) en een waterleliemot drinkend van watermunt (foto rechts). Later zie ik ook nog een purperreiger. Hoewel ze in de Weerribben broeden, heb ik ze nog niet eerder zó dichtbij huis gespot. Nog even en ze vertrekken weer naar hun overwinteringsgebieden in West-Afrika.
 |  |
